Melden of niet?

In de bagagekelder wordt Mason meteen aan het werk gezet. Hij wordt ingedeeld bij een team dat hem van harte welkom heet, maar hem niet spaart. Mason moet flink aanpoten om het tempo van de anderen bij te houden. Aan het einde van de dag is hij kapot, maar voldaan. Zijn collega’s zijn trots op hem. ‘Jij gaat het ver schoppen’, zegt Marco, de grootste van het stel.

Na een week of twee voelt Mason zich helemaal thuis. Hij is gewend aan het werk en draait mee op volle toeren. Hij weet dat hij kan rekenen op zijn collega’s en zij op hem. Toch vallen Mason ook steeds vaker dingen op. Hij ziet dat leden uit zijn team wel eens een koffer verstoppen. Er worden vreemde pakketjes overgeladen en sommige collega’s blijven wel erg lang weg als ze naar de WC gaan. Zijn teamleden doen alsof er niks aan de hand is, maar Mason vertrouwt het niet. Er ontstaat een kloof tussen hem en zijn collega’s, totdat Marco hem apart neemt.

‘Hoe gaat ie nou Mason?’

‘Ja goed man. Goed.'

‘Vinden we het nog leuk om hier te werken?’

‘Ja man, is prima werk toch?’

‘Ja zeker. Prima werk. Prima… Maar we moeten elkaar ook een beetje beschermen hè. Wij doen dit werk samen.’

‘Ik snap niet wat je bedoelt.’

‘Nou, we houden ons mondje dicht over wat er hier gebeurt. Dat bedoel ik. Anders kan het opeens ongezellig worden. Ik heb je wel zien kijken.’

‘Sorry man, ik ben gewoon nieuw hè. Weet ik veel.’

‘Het is simpel. Gewoon doen alsof er niks aan de hand is. Dan is er geen probleem, Mason… En nu hup aan het werk.’

Mason gaat terug aan het werk, maar is geschrokken van Marco’s woorden. Het liefst zou hij het er met iemand over hebben, maar hij weet niet wie. Wie kan hij vertrouwen?...

‍