Die scheiding zit hem dwars en daarom praat hij er graag over. Hij is, zoals hij zelf zegt, een open boek. Iedereen in zijn buurt én op de luchthaven kent zijn verhaal.
Op een dag staat hij in de rij tijdens het boodschappen doen, als John, een vage kennis uit het dorp, hem aanspreekt.
‘Hey Jacques, da’s lang geleden. Hoe gaat ie nou?’
‘Hey uh, John toch? Tja, het gaat wel hoor. Ben net gescheiden dus ja, heb me weleens beter gevoeld.’
‘Jeetje gescheiden man. Dat is niet best. En het huis en zo? Kun je wel een beetje rondkomen?’
‘Het gaat… Net. Ik heb mijn werk natuurlijk, maar met zijn tweeën was het makkelijker om de hypotheek te betalen.’
‘Ja snap ik… Maar jij werkt op Schiphol toch? Dan kun je toch wel wat bijverdienen?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou Jacques… Moet ik het uittekenen? Een keertje een klusje doen. Verdient goed hoor. Kun je zo een jaar vooruit.’
John overtuigt Jacques om een pakketje voor hem uit te halen dat verstopt is in een vliegtuig. Jacques stemt in, hij kan die paar duizend euro immers prima gebruiken. Hij is zenuwachtig en wat gespannen, maar het lukt hem om het pakketje de luchthaven af te krijgen. Nadien zweert hij tegen zichzelf: één keer - nooit meer. Helaas denkt John daar anders over. Hij blijft Jacques appen. Zijn toon verandert en Jacques voelt zich niet langer veilig. Hoe had hij dit kunnen voorkomen?...